De leukste vakanties worden uit een grapje geboren. Toen mijn vader en moeder vorig jaar, na een historische reis met de MS Rotterdam, een paar dagen in New York geweest waren, vermoedde mijn vader dat ze ‘nog niet de helft’ gezien hadden. Waarop ik riep ‘Dan gaan we die andere helft samen bekijken’. Afgelopen week hebben we dat gedaan, hoewel we moesten concluderen dat we nog steeds heel wat interessants niet hebben gezien. Wanneer gaan we weer?
Peet en ik waren in 2010 al eens in New York geweest en danig onder de indruk geraakt. Voor mij was het überhaupt de eerste keer dat ik in Amerika was. Ik had me erop ingesteld dat alles megagroot zou zijn, maar het was in het echt nog kolossaler. Niet alleen de gebouwen, ook de porties eten, de mojitos, afstanden en hoeveelheid bezienswaardigheden waren enorm. Ook wij hadden dus maar ‘de helft’ kunnen doen. De herkansing diende zich gelukkig al snel aan. Heel bijzonder om dat met mijn beide ouders en Peet te kunnen doen.
Direct al bij aankomst werden we geconfronteerd met het feit dat in de VS enorm op de infrastructuur bezuinigd wordt. De straten, trottoirs en veel gebouwen zijn (ook in New York) in een erbarmelijke staat, en na de landing op de luchthaven kreeg men al gelijk de slurf niet aan het vliegtuig vast. Da’s lastig uitstappen… Met een half uur vertraging kwamen we aan in ons hotel. Ik zal onze week (die liep van zondag tot en met vrijdag) verder niet in detail beschrijven, maar de highlights eruit pikken. Die waren er genoeg.
Maandag liepen we de 42ste straat – eentje met veel interessante gebouwen – van west naar oost. Langs o.a. het Empire State Building (bij het hotel om de hoek), Times Square (overdag al imposant), de openbare bibliotheek, het prachtige Grand Central Station, het hoofdkantoor van de United Nations, een van de (Donald) Trump Towers, St. Patrick’s Cathedral en Rockefeller Center (zie foto’s hierboven). Een reusachtige tippel voor zo’n eerste dag, zeker gezien het feit dat onze benen bij elkaar 230 jaar oud zijn ;-). Terug naar het hotel namen we dan ook een taxi.
Daarvan rijden er zo’n 16.000 rond in New York (met zijn 9,5 miljoen inwoners) en met hun opvallend gele kleur domineren ze dan ook het straatbeeld. Veel minder opvallend zijn die 60.000(!) veelal zwarte andere huurauto’s met chauffeur, voor wie niet in een taxi gezien wil worden. Overigens kost een taxivergunning $1000,- per week en strijkt de stad ook nog, afhankelijk van het tijdstip, $0,50 tot $1,50 aan belasting per rit op. Rekent u even mee? Als een taxi maar vijf ritten per dag zou maken op een gemiddeld tijdstip, zou dat New York al dik $66 miljoen per maand opleveren. Ik denk dat ik mijn eigen stad begin…
Toch is de taxi voor een reiziger het goedkoopste en gemakkelijkste vervoermiddel. Zeker als je zo’n ding (en dus de kosten) met zijn vieren deelt. Lekker met de inwoners (en vooral forensen) in dezelfde file staan, dat schept een band. Ich bin ein New Yorker!
Omdat we vorige keer al met de gratis ferry heen en weer naar Staten Island geweest waren, gingen we dinsdag naar Ellis Island. Alleen al om die waanzinnige skyline van New York weer eens te zien. Rotterdam, eat your heart out!
De eerste stop van de boot was echter het symbool van de Verenigde Staten: het Vrijheidsbeeld. Door de Fransen geschonken aan de Amerikanen, die nog bloedlink waren omdat ze zelf geacht werden de sokkel te betalen. Die zullen ze inmiddels wel hebben terugverdiend, want Lady Liberty staat daar niet voor niets die toorts hoog te houden. Wij vroegen ons nog af of ze ’s nachts niet weleens stiekem van arm zou wisselen om geen kramp te krijgen. Toen we vorige keer langs het beeld voeren was het al een imposant gevaarte, maar eenmaal aan de dame haar voeten was het pas echt een verschijning. We kennen het beeld natuurlijk in zijn groene (in feite verroeste) verschijningsvorm. Pas in het museumpje zag ik voor het eerst een foto van het beeld zoals het 125 jaar geleden gemaakt is: van koper.
De volgende halte was Ellis Island, waar in de eerste helft van de vorige eeuw miljoenen immigranten werden opgevangen, ondervraagd, gekeurd en in 98% van de gevallen doorgelaten. Gezellig was het verblijf op het eiland niet en de foto’s, verhalen en spullen in het museum zijn dan ook indrukwekkend.
Dat woord geldt in de overtreffende trap voor Ground Zero, waar we terug aan land langs gingen. Net van boord kwamen we in Battery Park al het zwaar beschadigde kunstwerk The Sphere van Fritz Koenig tegen, dat ooit op het plein tussen de Twin Towers stond. De sfeer hing er gelijk lekker bij, zal ik maar zeggen… De plaats des onheils zelf is ook nog te bezoeken. Zwaar beveiligd, uiteraard, zoals bijna alles van (symbolische) waarde na 11 september 2001. De luchthaven, Empire State Building, bootterminal naar Ellis Island, Rockefeller Center, Ground Zero, overal kun je je zakken leeghalen, riem afdoen, schoenen uit en moet je door een poortje. En wees niet zo dom om een grapje te maken… Ik begrijp natuurlijk waar het vandaan komt, maar zoals alles daar doen ook die veiligheidsmaatregelen een beetje grotesk aan. Een voorbeeldje daarvan: in het vliegtuig op de weg terug was het verboden ‘samen te scholen’ in het gangpad en moest je verplicht naar het toilet dat het dichtst bij je zitplaats was. Standaardprocedures die de KLM van de Amerikaanse regering aan zijn passagiers moet opleggen. Dus…
Maar goed, Ground Zero. Twee jaar geleden stonden van de nieuwe torens nog maar funderingen, nu kietelen al vele tientallen verdiepingen de wolken. En daar moeten er nog heel wat bij. Het nieuwe WTC moet namelijk nog hoger, nog prestigieuzer en een nog grotere blikvanger worden. En daarmee een nog interessanter doelwit, vrees ik dan, maar laten we daar niet aan denken. Zonder meer een ‘hoogtepunt’, dit.
’s Avonds gingen we naar de legendarische jazzclub Blue Note, waar we zouden eten en een concert bijwonen van de swingband van Ray Gelato. Leuk voor mijn ouders, dachten we bij het boeken. Aan de deur bleek echter dat we kaartjes hadden voor de voorgaande dag (oeps) en dat deze avond een ander combo zou optreden. Gelukkig waren er nog kaartjes, zij het tweemaal zo duur als de oorspronkelijke. Eenmaal binnen werd duidelijk waarom. Dit was de openingsavond van een serie concerten ter ere van het 30-jarig jubileum van jazzlabel GRP Records. Niemand minder dan een van de oprichters, Dave Grusin, zat achter de toetsen (de andere, Larry Rosen, was te gast in de zaal). Ook de legendarische gitarist Lee Ritenour en een fenomenale bassist en drummer stonden op het podium. Virtuoos gepingel op de vierkante centimenter, oneerbiedig gezegd, waarbij ik het soms een wonder vond dat alle muzikanten tegelijk eindigden. Ik ben inderdaad geen groot jazzkenner. Maar de avond was uiteindelijk stijf uitverkocht en het diner vond dan ook plaats met twee wildvreemden aan ‘onze’ tafel. Niettemin een zeer memorabele en supergezellige avond.
Nee, toen hadden we nog niet genoeg cultuur gesnoven. Woensdagochtend was voor het MoMA (Museum of Modern Art). Ook leuk voor mij, omdat ik meer van de hedendaagse kunst ben dan van de oude meesters (op mijn vader na dan natuurlijk 😉 ). We zullen best hier en daar een vleugel gemist hebben en wellicht hebben we met ons bezoek van een paar uur het museum niet genoeg recht gedaan, maar geloof maar dat we korte hoeven gekregen hebben van dat slenteren.
Dat was daarmee nog niet gedaan. Peet en mijn ouders gingen die middag naar warenhuis Macy’s (met recht een megastore) en ik bezocht een paar muziekwinkels. De eerste die ik wilde bezoeken, Sounds op St. Marks Place, bleek helaas nog maar beperkt open, en in ieder geval niet die middag. Bummer! Even verderop zit gelukkig Rainbow Music, dat van voor naar achter, links én rechts van een 30 cm. ‘breed’ gangpad, vol staat met anderhalve meter hoge stapels cd’s. Schots en scheef en alle genres door elkaar. Je moet dus wel alles langs en boy wat hebben mijn knieën mij vervloekt. Meest bijzondere was nog, dat de eigenaar me herkende van tweeënhalf jaar geleden, toen ik hem blijkbaar verteld had dat ik op het punt stond te beginnen aan het Edison-boek. “Jij bent toch die journalist? Ben je al met een nieuw boek bezig?” Ik moest toch even mijn kinnebak van de grond vegen… 😉 .
J&R, een elektronicawinkel met een forse cd-afdeling op Park Row, had de albums wél gewoon in bakken uitgestald en die zelfs op alfabet gesorteerd. Gekkenhuis. Maar het werd nog gekker toen de winkel een uur vóór sluitingstijd werd leeggeveegd. Die avond zou All Time Low er namelijk een instore optreden geven. In Nederland aanleiding om de winkel juist vol te krijgen, maar ik neem aan dat dit een exclusieve actie was voor prijswinnaars van het een of ander. Een andere goede reden kan ik niet bedenken (en dan nog). Gelukkig was de buit toen al binnen. Redelijk karig voor mijn doen, maar ik ben er blij mee!
Donderdag was een stralende dag. Wat een mazzel dat we net die dag hadden uitgekozen om het Empire State Building op te gaan. Als ik in New York ben moet ik daar naar boven. Onwaarschijnlijk dat dat gebouw, het op een na hoogste van New York, in 1930/31 in slechts een jaar tijd werd gebouwd. Door 3400 werklieden weliswaar, maar die moesten niettemin flink aanpoten. Het uitzicht vanaf de 86e en 102e verdieping is veelbesproken, nog meer gefotografeerd en ongeëvenaard. Vind ik dan hè… Het is daarna altijd weer even een kwestie van met beide benen op de grond komen. Letterlijk ook, om te beginnen.
Maar ook dat was van korte duur, want aansluitend hebben we ons lekker decadent door Central Park laten fietsen. Relaxt (voor ons althans) langs de mooie plekjes gereden door chauffeurs die in hun praatjes de juiste mix van informatie en humor legden. En ons bovendien op de juiste punten de gelegenheid gaven de foto’s te maken die iedereen maakt (met als verschil uiteraard dat we op deze foto’s zelf staan).
Ons plan om de Brooklyn Bridge nog even te bekijken, liep iets anders dan de bedoeling was. Omdat de taxichauffeur (die waarschijnlijk korter in New York was dan wij) een verkeerde afslag nam, moesten we het hele stuk over de brug teruglopen. Laat ik zeggen dat het in ieder geval prachtige plaatjes opleverde 😉 . En omdat onze schoenzolen er toen toch al los bij hingen, liepen we vervolgens nog een rondje door China Town. Big time respect voor mijn vader en moeder, die zichtbaar genietend ten onder gingen 😉 .
Vrijdag, op onze laatste dag, liepen ze er weer als goudhaantjes bij. Gelukkig maar, want we hadden een nieuw hoogtepunt voor het laatst bewaard: we zouden teruggaan naar het Rockefeller Center en daar de Top of the Rock bezoeken. Een Empire State Building-achtige ervaring, maar dan met uitzicht op het Empire State Building. Ik krijg daar geen genoeg van, hoewel iemand best even die koude wind had mogen uitzetten daar boven.
We waren vanuit het hotel gaan lopen en kwamen onderweg opnieuw de openbare bibliotheek tegen, die we dit keer ook bezochten. Eén brok statigheid, opgetrokken uit marmer, met prachtig bewerkte houten plafonds en enorme leeszalen vol authentiek houten meubilair. Alsof je in de tijd teruggeworpen werd.
Maar in werkelijkheid tikte de klok vlijtig door en was het de hoogste tijd om naar het vliegveld te rijden. Ons vliegtuig vertrok drie kwartier te laat, maar arriveerde door een straffe straalstroom op grote hoogte drie kwartier voor de geplande aankomsttijd. Het was een prachtweekje, in perfect gezelschap. Ik geniet er nog steeds van na!
Hey Werner… Leuk om te lezen ! Zeker aangezien ik zelf in maart een krappe week naar NYC ben geweest.. En ook ik ben er he-le-maal weg van ! Ben er ook zeker niet voor t laatst geweest..
Groetjes, Marian (Heijmans)
Wij gaan ook zeker nog een keer terug. Nog zoveel te doen… 😉
Wat heb je dit heerlijk geschreven, zou je echt iets mee moeten gaan doen 😉
Alleen dat over Rotterdam… das nou weer een beetje jammer :-p
Dank je wel, ik zal je suggestie eens in overweging nemen… 😉
Qua Rotterdam: weleens in New York geweest? En dan bedoel ik niet dat hotel in Rotjeknor hè… Rotterdam timmert absoluut lekker aan de weg, maar die skyline van NYC moet je echt met eigen ogen gezien hebben. Zo imposant, dat krijg je nooit op de foto (ondanks mijn dappere poging).
Ha Werner, Leuk verhaal zeg en leuke foto’s! Ik krijg gewoon een deja vu. En dan de titel…….hoe kom je erop!?.
Waren de mojito’s in You york trouwens lekker?
Leuk om te horen Eric, dank je wel!
Ik heb in You York voor het eerst mojito’s op rum-basis op. Ook erg goed te doen. Maar de teilen waarin je het geserveerd krijgt… Ik voelde me bijna een alcoholist (en na afloop wás ik dat ook onderhand). Gebbetje natuurlijk! 😉
Wat enorm gaaf dat je dit met je ouders hebt kunnen doen.
Ik wil ook weer. Moet maar eens een potje gaan aanleggen.
Het is het waard om voor te sparen. Wat zeg ik? Priceless! 😉
Mooi geschreven. Ben er 3x geweest en toch kan het mij op 1 of ander manier niet bekoren. Ellis Island hft wel veel indruk gemaakt op mij, maar daar hield het mee op. Fijn dat je deze reis nog met je papa kon maken Werner!