Australië heeft zes staten, die zelfbestuur hebben. Dit betekent dat ze veel dingen zelf mogen beslissen. Daar hadden we tot nu toe nog niet veel van gemerkt, maar toen we vanochtend van Halls Gap in de staat Victoria naar Mount Gambier in South Australia reden, werden we er wel mee geconfronteerd.
Australië staat bekend om zijn strenge invoerbeleid, wat leidt tot vermakelijke tv-programma’s, gefilmd op vliegvelden en andere grenscontroles. Niet onlogisch natuurlijk dat wanneer je als (ei)land geen last hebt van bepaalde ziekten bij mensen, dieren of gewassen, je dit zo wilt houden. Maar schijnbaar heerst die voorzichtigheid ook tussen de staten onderling. Zo werden wij via borden langs de weg op de hoogte gebracht dat o.a. groente en fruit niet vanuit Victoria mag worden meegenomen naar South Australia. En dus stonden wij vlak voor de grens op een parkeerplaats alle bananen en appels op te eten die we in Victoria hadden gekocht. Dat scheelde wel weer een lunch en we hadden in een kwartier tijd ruimschoots onze ’twee stuks fruit’ van deze dag op. *hik*
Andere verschillen tussen onze vertrek- en aankomstpunten van vandaag: in South Australia is het een half uur(!) vroeger dan in Victoria, dus het verschil met Nederland is nu 8,5 uur. En de maximumsnelheid is hoger; hier mag je 110 km. per uur. Daar staat tegenover dat veel wegen hier niet een- maar tweebaans zijn.
Onderweg was het redelijk droog, maar bij de hotelreceptie zagen we dat de verwachting voor deze middag luidde: ‘showers and windy’. Dat was spot on!
We bereikten nog ‘ongeschonden’ de Blue Lake Reserve. Dat is een vulkanische krater, gevuld met water. De gemiddelde diepte is 80 meter, met uitschieters naar meer dan 200 meter(!). De naam komt van het feit dat het meer in november van kleur verandert; van saai grijs naar helder turquoise. De verandering, die ook wetenschappers voor een raadsel stelt, was al ingezet. Ik kon dat nog net op de foto vastleggen vanaf een hoger gelegen punt dat via een eindeloze trap met honderdmiljoenmiljard net te kleine treden bereikt kon worden. Daarna brak de hemel open en besloten we dat de volgende attractie een indooraangelegenheid zou zijn 😅.
We bezochten het Lady Nelson Visitor and Discovery Centre. Een soort VVV, maar dan met een permanente tentoonstelling over o.a. de ontdekking van Australië. Toen we rond 14.30 uur klaar waren, toonde de medewerkster ons op een grote kaart de voornaamste bezienswaardigheden. Helaas maakten bij de meeste attracties de gidsen om 15.00 uur hun laatste rondje, dus dat beperkte de keuze aanzienlijk.
We kozen ervoor naar de Umpherston Sinkhole te gaan, ook wel bekend als de ‘Sunken Garden’. Dit was ooit een grot, totdat het plafond ervan op de grond viel. James Umpherston ontwikkelde de plek eind 19e eeuw door een voetpad uit te laten hakken van het hoogste naar het laagste punt, trappen te maken, terrassen aan te leggen en de bodem te beplanten. Toen wij er waren, waren alleen witte planten in bloei, maar ons is verzekerd dat de tuin in de zomer (onze winter) een veelkleurig spektakel is. Nu al waren vele bijen, vanuit vreemd gevormde nesten tegen de rotswanden en in de bomen, bezig met de bevruchting van een en ander. Positief herformulerend: dankzij de verse regen lag alles er fris bij.
De Cave Gardens, aan de winkelstraat van Mount Gambier, waren al kleurrijker. Ook hier had de gevallen regen een voordeel: er was iets van een (regen)watervalletje zichtbaar. Evenals een winkelwagentje op de plek, 15 meter diep, waar die waterval neerkwam… 😫
Wat wij ook opmerkelijk vonden, is dat sommige winkels al om 15.30 uur, en alle andere om 17.00 uur de deuren sloten. We hebben uiteindelijk op de hotelkamer een pizza op, want vrijdagavond is hier blijkbaar geen uitgaansavond. Alle restaurants waren althans dicht, op twee kantine-achtige annexen van wedkantoren na, waar niet het fraaiste volk rondscharrelde.
Wat ons betreft is Mount Gambier niet echt een verplicht nummer, mocht je overwegen nog eens deze kant op te komen. Maar morgen gaan we naar Adelaide, van waaruit we nog een driedaagse uitstap naar Kangaroo Island maken. Het moet heel raar lopen wil dat geen feest worden!