Kuranda is een dorpje dat hoog in het regenwoud ligt. En toepasselijk genoeg begon de dag ook regenachtig. Sterker: de chauffeur van Down Under Tours vertelde, naast nog veel meer leuke weetjes, dat we nu in het natste gebied van Australië zijn. Dorpen houden onderling wedstrijdjes om de eretitel ‘natste dorp’ en de laatste winnaar kreeg in een jaar circa 8.000 mm. (lees: 8 meter!) neerslag te verstouwen. Wel verspreid over het hele jaar, gelukkig 😅.
Ander leuk weetje: de regen van vannacht en deze ochtend was de eerste in maanden tijd. Het verwarmde ons hart dat we bij deze voor de plaatselijke fauna zo belangrijke gebeurtenis aanwezig mochten zijn… 🤐.
Nadat we met de bus in de buurt van ons ‘epicentrum voor een dag’ waren gebracht, vervolgden we vanaf Freshwater Station over de Kuranda Scenic Railway. Waar wij [reelwee] zouden zeggen, spreken de Australiërs dat uit als [raajlwaaj]. Het traject bevat 15 tunnels, 93 bochten en tientallen bruggen, en stijgt tot 327 m. boven zeeniveau. Voor die tunnels werd ook dynamiet gebruikt, maar toch vooral pikhouwelen en schoppen. Met enige eerbied werd verteld dat tussen 1886 en 1891 van de 1.500 werkers er 32 omkwamen. Niet oneerbiedig bedoeld, dachten wij toen: da’s minder dan bij de bouw van een gemiddeld voetbalstadion in Qatar. Niettemin zijn het natuurlijk helden, die een prachtige route hebben uitgehouwen, dwars door het regenwoud, met adembenemende vergezichten en een schitterend uitzicht op de – normaal gesproken – immense Barron Falls. Heb je de tocht ook weleens gemaakt? Vul dan hier je eigen superlatieven in.
In Kuranda aangekomen, hadden we ruim 2 uur om iets te eten en een van de dierentuintjes te bezoeken, toegespitst op o.a. vlinders en vogels. Wij kozen voor Kuranda Koala Gardens. Maar daar hadden ze ook andere dieren, zoals kangoeroes en wallaby’s in open hokken (je mag ze voeren en aaien), een doosje slapende quokka’s, en krokodillen en slangen (in gesloten hokken; voeren en aaien werd afgeraden).
De terugweg legden we af via de Kuranda Skyrail, die 40 minuten lang rakelings over de toppen van het regenwoud scheert. Een regenwoud overigens, dat zich uitstrekt over 450 km. Daarmee is het kleiner dan de Amazone, maar het is wel het oudste regenwoud ter wereld. Het bestaat al 120 miljoen jaar en er hebben nog dinosauriërs in rondgelopen. Je kunt je de grootsheid, verscheidenheid en het belang van zo’n regenwoud misschien pas echt voorstellen als je er geweest bent, met alle informatie die je op zo’n dag over je uitgestort krijgt.
Een paar voorbeeldjes: vanuit de kabelbaan zag je in veel bomen onder je constructies die op grote vogelnesten lijken. Fout, dat zijn ook planten. Varens om precies te zijn: basket ferns. Die hebben geen wortels én parasiteren niet op hun gastboom. Maar waar leven die dan van Werner? Dat zal ik je vertellen: die basket ferns bestaan uit meerdere kronen van bladeren in elkaar. Als de binnenste kroon dood gaat, vallen de bladeren in de ‘basket’ en vormen daar compost. Dat is de voedingsbodem van de plant. Hij eet dus eigenlijk zichzelf… 😯.
Een plant die wél op zijn gastheer parasiteert, is een variant van de vijg. Die groeit op een andere boom en slingert zich daar helemaal omheen, zoals een wurgslang doet. Om de analogie af te maken: op een gegeven moment verstikt de gastheer en sterft af. De vijg is dan als het ware een nieuwe bast geworden om een dode kern heen, waarmee voor het oog op de plaats van de oude boom als het ware een nieuwe is ontstaan.
Zoals je op de foto kunt zien, springt de parasiet ook weleens over op een naastgelegen boom. In dit geval lijkt het alsof hij die met een hand beet houdt…
En de vogel die je op de foto ziet, is een cassowary (familie van de emu en de struisvogel). Dat is een van de grootste vogels ter wereld (tot 1.80 m. hoog), en de enige bewoner van het regenwoud die de grote zaden van de grootste bomen kan verspreiden. Sterker nog: die zaden hebben vertering door een cassowary nodig; als je ze gewoon in de grond stopt, komt er geen boom uit. In die zin zijn deze vogels dus essentieel voor het voortbestaan van het regenwoud. Gelukkig zijn ze tegenwoordig beschermd en groeit hun populatie weer.
Oh ja, als je zo dichtbij een cassowary met jonkies komt als ik om de foto te maken (spoiler: deze was nep), dan vreet ‘ie je met huid en haar op…
Op een van de twee stops van de skyway heb je ook een heel mooi uitzicht op de Barron Falls. De foto is nogal underwhelming, en dat gold eigenlijk ook voor de waterval zelf. Je ziet nu namelijk slechts twee (relatief gezien) zielige straaltje water naar beneden komen, maar in het regenseizoen (december-april) is het over de volle breedte een woest kolkende watermassa. Nóg een reden om een keer terug te moeten 😉.