Opera House en Elizabeth Bay House

Terwijl jullie vannacht lagen te slapen, hebben Peet en ik ons laatste rondje door Sydney gemaakt. Na talloze foto’s van de buitenkant hebben we vanochtend een rondleiding door het Opera House gekregen. Het gebouw heeft 300 gangen en 1000 ruimtes. De zeilen (of schelpen) die als daken dienen, vormen een dragende constructie. In het gebouw (ook in de concertzalen) zijn dus geen pilaren te vinden. Kortom: je hebt vanuit elke hoek goed zicht op het podium.

Een ander leuk weetje: de verschillende podia en de ruimten daar omheen zijn op verschillende manieren toegerust om snelle changementen mogelijk te maken. De podia kunnen ronddraaien, er kunnen decorstukken omhoog en naar beneden getakeld worden en er zijn backstage enorme liften om snel complete podiumdelen te verwisselen. Helaas is fotograferen in de zalen verboden.

Tot slot: er is jaren gewerkt aan optimalisering van de witte ‘dakpannen’. Die hoeven niet handmatig schoongemaakt te worden, een buitje op zijn tijd is genoeg. Daarover gesproken: om esthetische reden zijn er geen dakgoten aangebracht. Het hemelwater valt dus gewoon van de daken af en wordt via spleten tussen de vloertegels en een ondergronds afwateringssysteem afgevoerd naar de haven.

Al met al is het gebouw van binnen dus even indrukwekkend en weldoordacht als de blikvangende buitenkant. Het spreekt voor zich dat we aan het eind van de rondleiding weer big time met beide benen in de commerciële val trapten en een set foto’s kochten o.b.v. één foto die bij aanvang voor een green screen van ons gemaakt was. Maar eerlijk is eerlijk: die foto’s waren verwerkt in een boek vol interessante informatie over het Opera House, waren bovendien ook als ansichtkaarten afgedrukt én zijn de komende drie maanden een onbeperkt aantal keer door ons te downloaden met een code op een speciale site. Koopje dus, eigenlijk 😄.

Wat ik niet wist voordat we in Sydney arriveerden, is dat het zo’n heuvelachtige stad is. Dat merk je uiteraard als je van het openbaar vervoer gebruikmaakt, maar zeker op de stukken die je met de benenwagen aflegt. Dat waren vandaag behoorlijke afstanden 😅.

Onze tweede stop was het Elizabeth Bay House, bijgenaamd ‘het mooiste huis van de kolonie’. Dat kan ik niet echt beoordelen, omdat we niet alle andere huizen hebben bezocht, maar mooi was deze zeker. En met een fenomenaal uitzicht vanaf de 1e verdieping op de Elizabeth Bay. Dat uitzicht was er vroeger, toen het huis nog volledig vrij lag op een groot stuk grond, ook vanaf de begane grond. Maar tegenwoordig is er een complete (dure) woonwijk pal omheen gebouwd, en lopen er doorgaande wegen door de voormalige voor- en achtertuin.

Elizabeth Bay House werd tussen 1835 en 1839 gebouwd voor Alexander Macleay, de secretaris van gouverneur Ralph Darling (daar is hij weer). Behalve het huis werd ook een botanische tuin aangelegd, waar Macleay en zijn gezin hun interesse in flora en fauna konden botvieren.

De secretaris heeft echter maar een paar jaar in het huis gewoond, omdat een crisis beginjaren ’40 van de 19e eeuw een gat in zijn financiën sloeg. Elizabeth Bay House bleef nog twee generaties in de familie, was daarna een verzamelplaats van kunstenaars en werd vervolgens opgedeeld in 15 appartementen.
In de jaren ’70 van de 20e eeuw werd de originele indeling hersteld en opende het gebouw zijn deuren voor het publiek als museum. Het is ingericht zoals tijdens de bewoning door Alexander Macleay, van 1839 tot 1845.

Het ‘center piece’ van het huis, letterlijk en figuurlijk, is de prachtige trap, waarvan de statige balustrade tot op de eerste verdieping doorloopt. Recht boven de trap is een ovale koepel, die symmetrisch gezien één geheel vormt met de trap. Ik hou d’r van 🤩.

Geef een reactie