Nee-bike

Deze middag eindigde met mijn opmerking tegen Peet: “Mocht ik ooit op het punt staan een e-bike te kopen, houd me tegen!”

’s Ochtends twijfelden we of we een stuk zouden gaan wandelen of fietsen. “Als we gaan fietsen, zien we meer”, opperde ik, wetende dat Peet graag fietst. We huurden twee e-bikes en gingen op pad. Thuis heb ik een ‘handgetrapte’ fiets met 3 versnellingen en die gebruik ik al niet (die hele fiets niet, eigenlijk). Daarom leek het me slim direct na het wegrijden te proberen hoe deze 8-versnellingsbak werkte. Ik schakelde soepel van 5 naar 4, 3, 2 en 1. Dat is standje ‘je het leplazarus trappen zonder vooruit te komen’. Maar opschakelen was er niet meer bij. Gelukkig waren we nog maar op een paar honderd meter van de verhuurder (wat op standje 1 nog een heel eind weg is). Eenmaal terug vertelde de verhuurder lachend dat er voor opschakelen een tweede handle was. En je zag hem een mengeling van ‘Provinciaal!’ en ‘Bloody tourist!’ denken…

Toen deze eerste hobbel genomen was, maakten we een mooie tocht langs o.a. Hoge Hexel, Wierden, Rijssen en Enter. De woordgrap ‘Enter binnenkomen’ wordt waarschijnlijk vaak gemaakt, dus die laat ik maar liggen.

Onderweg natuurlijk veel boerenland gezien, kronkelende riviertjes, velden vol klaprozen en allerhande beestenspul. Simpele dingen waar ik blij van werd. Alleen jammer dat ze niet vlak naast elkaar lagen, maar een tocht van 35 kilometer vergden. Ik heb nooit klachten over de minieme speklaag op mijn zitvlak, behalve als ik op een fiets stap. Dan wreekt mijn bonige achterwerk zich al voordat we de straat uit zijn. Eerlijk is eerlijk, de e-bike is een uitvinding. Geen pijn in mijn niet zo beste knieën, niet in mijn spieren, geen druppeltje zweet en nog volop adem bij terugkomst, maar allemachtig, wat heb ik een pijn in mijn kont!

Voor mij dus geen nieuwe fiets. Ook niet een elektrische.

Geef een reactie