Jansen & Janssen terug naar hun roots

Op onze trouwdag zijn Peet en ik langs alle woningen gereden, waar we in de periode dat we elkaar kennen, gewoond hebben. Dit weekend deed ik iets soortgelijks en ben ik met mijn beste vriend, Jelle Tebbenhoff, teruggegaan naar Ridderkerk. Daar, om precies te zijn in het dorp Slikkerveer, brachten wij 30 à 40 jaar geleden onze zorgeloze jeugd door. We waren benieuwd welke gedenkwaardige plekken uit die tijd nog steeds bestonden. Het zal iets met de leeftijd (in mijn geval inmiddels 43 jaar) te maken hebben… ;-). Maar op het risico af om voor ouwe lul of sentimental fool versleten te worden: ik kan iedereen zo’n trip down memory lane aanraden. Het is gewoon leuk.

Ik ken Jelle al mijn hele leven. We zaten samen op kleuterschool Repelsteeltje, lagere school De Woude en begonnen beiden op scholengemeenschap De Gemini. In 1983 vertrokken Jelle zijn ouders – en dus hun kinderen – naar Heiloo, maar onze band is alleen maar sterker geworden. Uiteindelijk lijken we zoveel op elkaar, dat we als ‘Jansen & Janssen’ door het leven gingen ;-).

We begonnen de dag bij mijn ouders, die een prachtig appartement hebben met uitzicht op de kruising waar de rivieren de Noord en de Lek samenvloeien in de Nieuwe Maas. De schepen lijken er door de woonkamer te varen. Schitterend! Twee koppen koffie verder gingen we op pad.

Omdat we er toch in de buurt waren, gingen we eerst maar eens naar De Gorzen. Een plek waar wij veel speelden, maar niet zonder gevaar. Er was namelijk veel drijfzand, waar ik ook al eens in terechtgekomen ben. Verder speelden we er verstoppertje in de voor ons gevoel enorme betonnen buizen die er lagen opgesteld en gooiden we er grote, zware plakken hard geworden klei naar elkaar. Lachen joh! 😉 Na die tijd schijnt daar een vuilstortplaats geweest te zijn, waarop tegenwoordig het Gorzenpark is aangelegd. De ingang daarvan konden we alleen niet vinden, althans niet met de auto. Begin de dag met een domper… 😉

Dan maar rechtsomkeert naar op zoek naar de oude aanlegplaats van het pontje de Vice-Versa (filmpje). Ik heb talloze uren doorgebracht op dat ponton, kijkend naar de schepen en genietend van de deining. Maar die aanlegsteiger is sinds de aanleg van het Waterbus-transferium, enkele honderden meters verderop, niet meer in gebruik. Sterker nog: De hele doorsteek, het paadje tussen de huizen door dat naar de aanlegplaats leidde, is er niet meer. Hij ging lekker…

Doorrijdend over de dijk kom je dan langs Huys ten Donck, het onderkomen van een echte barones, waar je tegenwoordig ook feestjes kunt organiseren. Erachter ligt een grote vijver waarop in de winter veel geschaatst wordt. Als je voorbij dat prachtige gebouw linksaf gaat, heb je aan je linkerhand het Donckse Bos en aan de andere kant van de weg huizen. Ik herinner me nog goed dat ik daar als klein Wernertje vaak oud papier ging ophalen met een ouder, maar niet al te snugger buurtgenootje. Terwijl mijn moeder in de zenuwen zat omdat ze niet wist waar ik uithing. Klassiekertje…

‘De Woude’ is een bekende naam in Ridderkerk. Het is bijvoorbeeld de naam van een boerderij waar wij vroeger nog wel eens melk gingen halen. Dezelfde boerderij waar mijn Franse boerenvriend Philippe voor het eerst een geautomatiseerde melkinstallatie zag, die hij vervolgens ook op zijn bedrijf in Frankrijk liet neerzetten. Hij was in de wijde omtrek de eerste die zo’n geavanceerd systeem had staan.

Een stukje verderop, aan de andere kant van de dijk, ligt de ruïne van Huys te Woude, een klein kasteeltje uit 1371. In slechtere staat dan wij ons herinnerden (vandalisme, lees ik net) en nu voorzien van een hoog hek.

En natuurlijk was De Woude de naam van de lagere school aan de Johann Sebastian Bachstraat die Jelle en ik bezochten. Helaas is de school (en het naastgelegen Repelsteeltje) al vele jaren geleden afgebroken en staat er nu een sociale werkplaats.

Tegenover onze school woonde Jelle. We zijn het erover eens dat het een vrij troosteloze flat was/is, waar we niettemin fantastische herinneringen aan hebben. Wat hebben we er veel geknutseld, getekend en met dartpijltjes naar elkaar gegooid, met alleen een kussen als schild. En natuurlijk oefende Jelle er voor zijn drumlessen, met de kast als substituut voor een bekken, er talloze putjes achterlatend. Voor het flat parkeerden we de auto, om te voet verder te gaan.

In de flat haaks op die van Jelle, die overigens precies even troosteloos was en is, ben ik geboren. De Van Anrooystraat was dat. Van daaruit liepen we langs de boom waar ik vroeger graag clandestien inklom en naar het huis waar ik ben opgegroeid, in de Verdistraat. Ik had daar de zolderkamer waarvan me opeens te binnen schiet dat er kokosmatten op de grond lagen. Vanuit de dakkapel zag ik in de verte de kranen van scheepswerven als Boele (filmpje) en Verolme en hoorde je af en toe een scheepshoorn. Het was ook een prima uitkijkpost voor mijn eenpersoonsvogelkijkclubje, met Elseviers Gids Van De Europese Vogels en een verrekijker als voornaamste instrumenten.

Jelle herinnerde zich nog dat ik altijd fietsend de garage uitkwam. Ik stapte niet af om de garagedeur te sluiten, maar trok al fietsend aan het touwtje, waarna de metalen deur vlak achter mijn fiets dichtviel. Wat zal dat keer op keer een lawaai gemaakt hebben 😉

Op een gegeven moment verhuisden we naar een huis in de Sweelinckstraat, een paar straten verder. Dat was ook de vaste grap, weet ik nog. “We verhuizen naar Zevenhuizen. Nou ja, naar zeven huizen verderop!”. Daar had ik een prachtige kamer, die recht de straat in keek. Met een bureau dat bestond uit een werkblad van muur tot muur. Een verrijdbare kast onder dat blad maakte er twee werkhoeken van: links, bij het raam, mijn bureau/studieplek en rechts van die kast mijn eerste studiootje. Met boven het werkblad ruimte voor Hitdossiers, Popencyclopedieën, singles, lp’s en veel cassettebandjes. Alle kasten in die kamer had mijn vader zelf gemaakt, helemaal zoals ik het graag wilde. Trots dat ik was!

De woonkamer had een verlaagde uitbouw met natuurstenen tegels, convectorputten en een open haard, die als het ware in de tuin stond. Ook in die tuin: drie enorme populieren, een vijver en natuurlijk mijn kippenhok.

Van de Sweelinckstraat liepen we naar wat we destijds toepasselijk de ‘grijze flats’ noemden, en waar we altijd balletje trapten tegen de metalen garagedeuren. Natuurlijk dreven we de bewoners daarboven tot razernij en uiteraard hadden we als kleine knapen geen enkel begrip voor hun boze reacties. Eén keer schoot ik de bal door de ruit van het huis boven de garagedeur. Wij vluchtten naar huis, waar mijn moeder me beval om met een bloemetje mijn verontschuldigingen aan te bieden. Ik heb niet het idee dat ik minder geworden ben van de opvoeding die ik heb meegekregen. Ook niet van de welverdiende pak rammel die ik bij uitzondering weleens kreeg. Maar dat mogen ouders tegenwoordig niet meer en kijk waar het heengaat… [ouwe lul modus off]

Die grijze flats zijn overigens helemaal verdwenen. Er is een compleet nieuw wijkje voor in de plaats gekomen, met ondergrondse parkeergarages en al. Geen garagedeuren dus meer. Zou dat door ons gevoetbal komen? 😉

Via de Reyerweg liepen we vervolgens richting S.G. Gemini (tegenwoordig het Gemini College). Aan die Reyerweg stond ooit ook de gymzaal waar we vanuit De Woude, begeleid door een aantal moeders, naartoe liepen. En achter die gymzaal stond ook Dunky Dunk, het clubhuisje annex kantine van de basketbalvereniging waar ik opzat: de Dragons. Ja, lach maar, ik was een betrouwbare guard en mijn driepunters waren berucht…

Hoe dan ook, ook die gebouwen hebben inmiddels het veld geruimd voor nieuwbouw waarvan ons niet duidelijk geworden is welke functie die krijgt.

En dan de Gemini. Daarvoor haal ik graag nogmaals het woord ‘troosteloos’ van stal. Verscholen achter de enorme sporthal De Orion, waarvan de lelijke metalen dakprofielen zichtbaar hun beste tijd hebben gehad,  liggen de langgerekte stenen gebouwen van de school, die toen al niet echt uitnodigend (laat staan stimulerend) waren. Grootste en meest schrijnende verschil met toen zijn echter de enorme metalen hekken die om de hele school heen staan. Alsof het verzamelplaats voor vluchtgevaarlijke criminelen is geworden. Een nogal ontluisterende aanblik en Jelle en ik voelden niet veel behoefte lang op die plek te blijven.

Wel moesten we nog even terugdenken aan de pauzes, waarin we steevast een puddingbroodje gingen halen bij bakker Wynia. Dat zat er vandaag niet in, want het pand waar ooit de bakker zat, was nu een gewoon woonhuis geworden.

We staken dus maar door naar de Randweg. Daar ligt nog altijd de sloot langs, waar we vaak eendjes en zwanen gingen voeren, en op mooie dagen met de rubberboot tochtjes gingen maken. Dat gepeddel had uiteindelijk steevast maar één doel: het eilandje middenin de sloot bereiken. Een wildernis natuurlijk, waar je uitstekend je benen en boten kon openhalen, maar dat een enorme aantrekkingskracht op ons had. Als je op het eiland was, bestond de rest van de wereld niet meer. Dan was je op je eigen wereld en als ‘ze’ (doorgaans je ouders) je eraf wilden hebben, dan kwamen ze je maar halen ;-).

We liepen door het parkje dat aan die sloot lag en keken nog even weemoedig naar de speeltuin even verderop, richting de Ringdijk. Daar stond in onze tijd wat wij het ‘indianendorp’ noemden, met een groot houten fort, drie houten wigwams en een paar wipkippen. Daar kon je toen geweldig spelen en dat deden we dan ook vaak en graag. Nu zagen we in de verte alleen een paar felgekleurde speeltoestellen. Het lag er verlaten bij.

In plaats van daarheen te lopen, wandelden we weer rechtsaf de J.S. Bachstraat in richting De Woude. In de flats daarachter hadden veel van onze klasgenootjes gewoond en het leek ons leuk nog eens door die straten te lopen. We zagen zelfs nog bekende namen bij sommige bellen staan. En ook een andere oude bekende kwamen we tegen: de SRV-man! Ik wist niet dat die nog rondreden… Ongelofelijk ook, want ik herinner me die wagen als een roestbak, maar 30 jaar later doet ‘ie nog steeds dienst. Hij put wellicht kracht uit die Ferrari-sticker op de voorkant. Grappig is ook het telefoonnummer aan de zijkant. Dat stamt nog van vóór de omnummering, die toch alweer 17 jaar geleden plaatsvond.

Behalve deze mobiele winkel had Slikkerveer vroeger ook een gewone buurtsuper: Van der Ent. Maar op de plek waar die winkel vroeger stond, staat nu een woontoren…

Van der Ent lag trouwens wel wat achteraf. Want de winkelstraat van de wijk was altijd al het Dillenburgplein. Dat is het nog steeds, en sommige winkels van weleer zitten daar nog altijd. Taveerne Den Dill bijvoorbeeld, drogisterij Flach, slagerij Bunzink en Chinees specialiteitenrestaurant Yu Fong (waar we nog terug zouden komen). Maar waar eerst bakker Nugteren zat, is nu bakkerij Van der Waal gevestigd. Daar zijn we even naar binnengestapt, want we vonden dat we dat puddingbroodje nog tegoed hadden. We moesten snel zijn, want de zaak sloot om 16.00 uur. De dames achter de toonbank waren het met ons eens dat 15.45 uur een beetje een vreemd tijdstip was voor een lunch, en dat puddingbroodjes niet de meest voor de hand liggende invulling daarvan waren, maar we werden lachend bediend. Toen wij nog op de middelbare school zaten, kostte zo’n broodje 70 (gulden)cent, nu is dat 1 euro 25. Zou alles in 30 jaar tijd vier keer zo duur geworden zijn? Poeh…

Met het puddingbroodje in de hand liepen we om de winkels heen, naar de achterkant daarvan. Daar staat nog altijd speeltuin Dillenburg. De draaiton, wipkippen en het huisje waar de oppas altijd zat, staan erbij alsof de tijd heeft stilgestaan. Leuk om te zien.

Omdat het al donker begon te worden en de winkels blijkbaar bijna dicht gingen, namen we de auto naar geschenkhuis Haitsma. Destijds een winkel waar speelgoed, huishoudelijke apparaten, (tuin)gereedschap en hengelsportartikelen hand in hand gingen, maar tegenwoordig worden er vooral doe het zelfartikelen en benodigdheden voor de vissport verkocht. Eigenaar Hennie Haitsma leek ons al op te wachten achter de toonbank. Hij vertelde ons trots over de opnamen voor de Nederlandse film Bloedbroeders, die in 2007 in zijn winkel gemaakt waren en wees ons op de website die momenteel vernieuwd wordt, inclusief oude beelden van de winkel en van de wijk Slikkerveer. Maar hij vertelde ook dat hij moeilijk kan opboksen tegen de concurrentie van o.a. bouwmarkten en dat hij zich staande kan houden dankzij de verkoop van vuurwerk aan het eind van het jaar. Verder heeft hij het geluk dat de winkel zijn eigendom is en geen huurpand. En van de acht man personeel die er in onze jeugd nog stond, zijn er nog twee over.

Vervolgens wilden we voor sluitingstijd ook nog even naar de Ridderhof, hét winkelcentrum van Ridderkerk. De doorgaande weg is daar totaal omgelegd, zodat het centrum zelf voetgangersgebied is geworden. De Ridderhof is nu een grote overdekte ‘mall’ geworden, met direct daarnaast een even groot tweede winkelcentrum, de Jorishof. Vooral voor Jelle, die hier al 30 jaar niet geweest was, een onherkenbare situatie. En voor ons beiden, met ons legendarische richtingsgevoel, een doolhof waar we nu bijna nog rondliepen.

Na nog een tijdje lukraak door het dorp gereden te hebben, was het tijd om de dag te besluiten. Dat deden we bij Chinees specialiteitenrestaurant Yu Fong. Eens het bedrijf van de vader van een lagere schoolklasgenootje, maar nu alweer ruim 15 jaar in handen van andere eigenaren. Mijn ouders komen er nog steeds en nemen er steeds trouw de groetjes aan mij in ontvangst. Hoog tijd om die eens persoonlijk terug te komen doen. De Pekingnese rijsttafel die wij bestelden was om op te vreten, dus dat deden we dan ook maar. Heerlijk besluit van een topdag!

14 gedachten aan “Jansen & Janssen terug naar hun roots”

  1. Waanzinnig verhaal , altijd leuk om verhalen te lezen van mensen die hun jeugd nooit meer vergeten . Ja Ridderkerk is inderdaad flink veranderd maar jou herinneringen maken een hoop goed .

  2. Ik (een “oud” klasgenootje van jou en Jelle) kwam jouw verhaal heel toevallig tegen door op De Woude te zoeken naar mijn roots. (Trouwens niet veel van te vinden op het net) Heel leuk om je verhaal te lezen, een hele leuke opheldering van mijn geheugen. Ik woonde toen zelf in de Van Beethovenstraat, dus alles wat je beschreef erg bekend.
    Dus dank voor het delen van jullie verhaal.

    Ellen Burgers

    1. Hoi Ellen, wat leuk dat je reageert! Het grappige is, dat we in de Van Beethovenstraat die SRV-wagen tegenkwamen (kijk maar goed op de foto) en jij bent een van de klasgenootjes waaraan ik daarnaast refereer. Ik heb expres geen namen genoemd, omdat niet iedereen daarvan gecharmeerd is, maar ook Jacco en Andreas woonden daar in de buurt toch?

      Leuk dat je veel in mijn verhaal herkende, ik hoop dat het goed met je gaat!

      Groetjes,
      Werner

  3. Hoi Werner wat een leuk verhaal 😉 ik woonde ook in de Verdistraat en kan me jou en je zus nog goed herinneren 😉 ik woon trouwens weer in Slikkerveer …….
    Groet,
    Henk Molenaar

    1. Hoi Henk,

      Dank je wel, leuk om te horen! Waar woonde je precies in de Verdistraat? Waren er nog meer dingen die je bekend voorkwamen?
      Het was erg leuk om dit te doen (een aanrader!) en er over te schrijven. Brings back memories…

      Groeten,
      Werner

  4. Ik woonde op nummer 5, die lange zijtak dus niet recht tegenover jou. Daar woonde wel Jeroen Velthuizen mijn jeugdvriendje van destijds. Er kwam heel veel bekend voor, voetballen tegen de garages ….en in die lelijke grijze flats ben ik ooit begonnen toen ik trouwde, een drama die huizen ! Het Donckse bos, ook herkenbaar. Ik ben daar laatst met een wandelkaart nog in geweest en ongelofelijk wat mooi als je er met volwassen ogen naar kijkt. Maar het scheelt natuurlijk ook dat je er niet al slootje springend in gaat 🙂

    1. Het begon me later weer te dagen inderdaad, nu weet ik het weer!
      Grappig dat zo’n verhaal zoveel terug brengt in je herinnering. Slootje springend het Donksche Bos in inderdaad, hahaha.
      Leuk dat je op mijn stuk gereageerd hebt!

  5. Heel toevallig ben ik op deze site beland. Maar zo leuk om alles te volgen. Ik ben Hau man, en ik ken de zus van Jelle . Hoe zal het gaan met haar ? Zelf woon ik al 30 jaar in belgie. Heb geen band meer met Nederland . Maar door uw verhaal te lezen , beleef ik mijn jeugd nogmaals…

    1. Hoi Hauman, bedankt voor je reactie! Jelle en ik hadden precies hetzelfde: die dag was een reis door onze jeugd. We hebben sinds onze schooltijd nog een paar keer contact gehad met Yan Wing, maar helaas is dat verwaterd. Zo gaan die dingen. Dat neemt niet weg dat een bezoek aan Yu Fong niet mocht ontbreken die dag.
      Mariëlle woont tegenwoordig met haar vriend in Eindhoven.

      Fijn weekend!

  6. Leuk om te lezen, ik herken het allemaal, inclusief Arie (de SRV-man)! Ik ben inmiddels 42 en wij woonden in de Bizetstraat tegenover Van der Ent 🙂

    1. Dank je wel voor je reactie Jeroen en sorry voor mijn late respons. Ik doe niet zo veel meer met mijn blog, behalve een keer per jaar Lowlands-verslagjes toevoegen. Ik sta op het punt dat te doen en zag opeens je bericht. Leuk dat je het stuk gelezen hebt en dat het herkenbaar was 😉

Geef een reactie