Great Ocean Road

Het laatste deel van ons Australië-avontuur is begonnen en daar nemen we de tijd voor. We rijden de komende week van Melbourne naar Adelaide over de Great Ocean Road. En die heet niet voor niets zo…

Vandaag was de eerste etappe. Wat dan wel handig is, is een auto. Die haalden we op in hartje centrum van Melbourne. Wat wel een beetje onhandig is, is het feit dat men hier links rijdt. Het leek ons dan ook voor iedereen beter dat Peet deze week de primaire chauffeur is. Voor mij betekende dit, dat ik weliswaar links voorin de huurauto plaatsnam, maar als passagier. Met als gevolg, dat ik elke keer dat ik instapte, het idee had dat het stuur gestolen was 😅. Peet had het ook niet makkelijk. Elke keer dat ze de richtingaanwijzer wilde gebruiken, zette ze de ruitenwisser aan. Maar hoe schoner de ruiten werden, des te beter wende ze aan de omgekeerde wereld…

In Zuidwest Engeland hadden we al eens het plaatsje Torquay bezocht. Alleen al vanwege het feit dat Fawlty Towers zich daar afspeelde. Zuid-Australië heeft ook een dorpje Torquay, dat eveneens een belangrijk ‘unique selling point’ heeft: daar begint officieel de Great Ocean Road, die 241 km. verderop, in Nelson, eindigt. De weg is tussen 1919 en 1932 aangelegd door 3.000 teruggekeerde soldaten uit de 1e Wereldoorlog en is opgedragen aan hun collega’s die er niet van terugkeerden. Het is daarmee het grootste oorlogsmonument ter wereld.

Voordat we de Great Ocean Road opdraaiden, stopten we nog even in Torquay zelf. Bij Dolce Passione dronken we een goede Italiaanse cappuccino met een zelfgemaakte ‘bigne’ erbij. Dat is een soort grote profiterol/roomsoes, maar dan met een vulling van pistache en aardbei. Draag. me. weg!

De Great Ocean Road is ‘long and winding’ en voert langs de Zuidelijke Oceaan. Bij wind uit het zuiden kan het er behoorlijk fris zijn, want die voert dan kou aan uit het dichtstbijzijnde vasteland: de ruim 7.700 km. verderop gelegen Zuidpool(!).
Er zijn vele uitzichtpunten, want na elke bocht komt wel weer een adembenemend vergezicht. Ik zal je niet met foto’s overvoeren, al was het maar omdat van die ervaren grootsheid op een foto niets overblijft. Maar uiteraard zet ik wel een goedbedoeld voorbeeld bij dit bericht: het beroemde surfstrand Bell’s Beach.

Ondertussen was ik als bijrijder, behalve voor de foto’s, ook verantwoordelijk voor de muziek. Ik had me thuis voorgenomen op zoek te gaan naar triple j, een Australische zender die vooral ‘alternatieve’ muziek draait, met een warme voorkeur voor artiesten uit eigen land. En er komt heel veel goede muziek uit Australië. In de uren dat ik tot nu toe geluisterd heb, draaien ze echter meer urban dan me lief is, en dan heeft radio toch het nadeel dat je nummers niet kunt skippen. Ik zal eens uitzoeken of ze niet ook een Spotify-lijst bijhouden met de nieuwe muziek die ze draaien…

Op de Great Ocean Road waren we inmiddels bij het plaatsje Lorne aangekomen. Daar kun je dan hard voorbij rijden, maar je kunt ook even een stukje landinwaarts gaan en de Erskine Falls bekijken. Omdat we watervallen altijd wel machtig vinden, deden we dat. Deze was een meter of 35 hoog. Veel minder dus dan bijv. de Barron Falls bij Kuranda, die we ruim een week geleden zagen, maar omdat je hier veel dichterbij kon komen, leek dit ook heel wat. Behalve een uitzicht van bovenaf kon je ook aan de voet van de Erskine Falls komen, wat het nog imposanter maakte…

Over imposant gesproken: ondanks de dreigende wolkenluchten op veel foto’s boffen we met het weer. In Sydney was het zonnig maar fris, en hoewel veel mensen uit Melbourne klaagden dat het in hun stad te koud was, was het er al beter dan in Sydney. En ondanks dat er voor vandaag enige regen voorspeld was, hebben we geen druppel gevoeld. We zagen onderweg wel her en der dat het niet lang daarvoor geregend had, maar dat lijkt dan om ons heen te zijn gevallen.

Wat ik wel grappig vind, is dat je zou verwachten dat hier veel cabrio’s zouden rondrijden. Maar niets is minder waar. Nagenoeg alle auto’s zijn ‘hard-tops’, met de airco op standje diepvries. Ik durf te wedden dat in Nederland procentueel meer cabrio’s rondrijden. Waar bij ons het autodak beschermt tegen regen en kou, beschermt het hier juist tegen de zon.

Op veel plekken wordt aan de Great Ocean Road gewerkt. Niet zo gek natuurlijk, want 100 jaar geleden is de aanleg begonnen. Toch hebben we daar niet veel oponthoud van gehad en eind van de middag kwamen we aan in Apollo Bay. Een mooi gelegen plaatsje aan, je gelooft het niet, de Apollo-baai. Maar allesbehalve bruisend, althans niet op deze doordeweekse maandag, waarop de meeste winkels gesloten bleken. Ons hotel, de Amerikaans aandoende The International Comfort Inn Apollo Bay, was natuurlijk wel open. We hebben er een mooi groot appartement, met in de badkamer een jacuzzi. Terwijl ik dit typ, ligt Peet de verleiding niet te weerstaan 😄.

We zijn net terug van een lekkere strandwandeling, en daarvoor hebben we gegeten in het Great Ocean Road Brewhouse; een combinatie van een bierbrouwerij en een restaurant. Maar dan niet een dat is ingericht op het comfort van zijn gasten. De bestelling werd niet aan de tafel opgenomen, maar je kon zelf gaan bestellen: het eten bij een balie in het restaurant, maar het drinken in het naastgelegen cafégedeelte. Wel vooraf betalen, anders kon de order niet worden doorgegeven. En dat alles in een knusse ambiance, die nog het meest weg had van een met tl-balken verlichte sportkantine 😉.

Morgen vervolgen we onze (Great Ocean) roadtrip!

Geef een reactie