Bezoek Oorlogsmuseum Overloon

Drie weken geleden, tijdens een speciale dag t.b.v. het museum Romagne 14-18, stelde Diederik van Vleuten de bezoekers de vraag wat ‘loopgraaftoeristen’ (zoals hijzelf en wij) drijft. Vandaag, toen ik met mijn beste vriend Jelle het Oorlogsmuseum Overloon bezocht, stelde ik mijzelf die vraag opnieuw. Wat deed ik daar, terwijl ik niets heb met militarisme, wapentuig en oorlog? Het moet het respect zijn voor de soldaten die, vaak ver van huis en haard, een wildvreemd land komen bevrijden, en waarvan velen niet terugkeren. Plus de ijdele hoop dat we ooit van het verleden zullen leren.

Dit museum staat op de plaats waar in de eerste helft van oktober 1944 de enige tankslag op Nederlands grondgebied plaatsvond tijdens de geallieerde bevrijdingsoperaties. Daarbij werd Overloon volledig aan flarden geschoten.

Indrukwekkend zijn onder meer de vele voertuigen, in verrassend goede staat, het Lancaster NN775-vliegtuig dat aan de hand van brokstukken van een neergeschoten exemplaar is ‘gereconstrueerd’, een maquette van het kapotgeschoten dorp, een 9 meter lang schaalmodel(!) van het grootste spoorweggeschut dat ooit gebouwd is (kijk naar de grootte van de mannetjes op de foto om je voor te stellen hoe enorm het was), een enorme wand met zenders, verschillende indruk makende films en projecties, en de collectie ‘1000 bommen en granaten’, die liet zien met hoeveel verschillende soorten munitie op elkaar geschoten is.

Een ‘prachtige’ verzameling oorlogstuig die de waanzin van oorlog laat zien. Buiten staat een groot bord met het terechte motto ‘Oorlog hoort in een museum’.

Meer foto’s:

Geef een reactie